Elke dag moet je in je werk beslissen wat de beste zorg is. Weet jij wat je het best kunt doen of laten in de volgende situaties? Of: wat zou jij in zo’n geval doen of laten? Doe de test!

(scroll naar beneden voor de juiste antwoorden)

1. Je werkt als verpleegkundige op de afdeling Traumatologie in het ziekenhuis. Je hebt zojuist via de spoedeisende hulp een patiënt opgenomen met een acute wond. Deze moet worden gereinigd en dat wil je doen door de wond met kraanwater te spoelen. Kun je dit beter doen of laten?

A: Beter laten
B: Beter doen
C: Beter laten (uitgezonderd verpleegkundig specialisten)

2. Je werkt als verpleegkundige in de wijkverpleging. Een van jouw cliënten heeft COPD en je merkt op dat deze cliënt steeds meer klachten van benauwdheid ervaart en daardoor slechter gaat functioneren. Je stelt jezelf de zogenoemde Surprise Question*. Kun je dit beter doen of laten?

A: Beter laten
B: Beter doen
C: Beter laten (uitgezonderd verpleegkundig specialisten)

*De Surprise Question (SQ) is een eenvoudig hulpmiddel bij het ‘markeren’ van de palliatieve fase. Door signalering en markering van de palliatieve fase kunnen zorgverleners tijdig anticiperen op (aankomende) problemen. De vraag is: “Zou het mij verbazen als deze patiënt binnen twaalf maanden overlijdt?” (Palliaweb, 2021).

3. Je werkt als verzorgende IG in een verpleeghuis en leest in het zorgdossier van een bewoner met dementie dat haar blaas dagelijks moet worden gespoeld om een urineweginfectie te voorkomen. Kun je dit beter doen of laten?

A: Beter laten
B: Beter doen
C: Beter laten (uitgezonderd verpleegkundig specialisten)

4. Je werkt als verzorgende IG in de verstandelijk gehandicaptenzorg. Je hebt een cliënt met een PEG-katheter en je wilt deze PEG-katheter gaan verzorgen. Je twijfelt of je deze dagelijks moet draaien. Kun je dit beter doen of laten?

A: Beter laten
B: Beter doen
C: Beter laten (uitgezonderd verpleegkundig specialisten)

5. Je werkt als verpleegkundige in de geestelijke gezondheidzorg. Een patiënt kan niet goed slapen en je denkt erover hem het advies te geven melatonine te gaan gebruiken. Het middel is immers ook vrij te koop bij de drogist. Kun je dit beter doen of laten?

A: Beter laten
B: Beter doen
C: Beter laten (uitgezonderd verpleegkundig specialisten)

6. Je werkt als verzorgende IG, verpleegkundige of verpleegkundig specialist in jouw praktijk op basis van de aanbevelingen 'Beter Laten' en 'Beter Doen', en dus volgens de principes van Evidence Based Practice (EBP). Waar staat EBP ook alweer voor?

A: Alléén bewijsmateriaal dat is voortgekomen uit wetenschappelijk onderzoek.
B: Bewijsmateriaal uit wetenschappelijk onderzoek en de voorkeuren van de patiënt. 
C: Bewijsmateriaal uit wetenschappelijk onderzoek en jouw eigen ervaring als zorgprofessional.
D: Bewijsmateriaal uit wetenschappelijk onderzoek, de voorkeuren van de patiënt en jouw eigen ervaring als zorgprofessional.

Antwoorden

A: Beter laten
B: Beter doen
C: Beter laten (uitgezonderd verpleegkundig specialisten)

Het juiste antwoord is: B.

Wanneer een acute wond moet worden gereinigd, wordt het gebruik van lauwwarm kraanwater geadviseerd. Hou hierbij rekening met patiëntvriendelijke omstandigheden, zoals een zachte straal.

Bron: Richtlijn Wondzorg bij acute (traumatische en chirurgische) wonden, 2022

A: Beter laten
B: Beter doen
C: Beter laten (uitgezonderd verpleegkundig specialisten)

*De Surprise Question (SQ) is een eenvoudig hulpmiddel bij het ‘markeren’ van de palliatieve fase. Door signalering en markering van de palliatieve fase kunnen zorgverleners tijdig anticiperen op (aankomende) problemen. De vraag is: “Zou het mij verbazen als deze patiënt binnen twaalf maanden overlijdt?” (Palliaweb, 2021).

Het juiste antwoord is: B.

(Wijk)verpleegkundigen en verzorgenden IG stellen zichzelf de ‘Surprise Question’ als bij de patiënt de ziekte verergert, complicaties optreden, de patiënt slechter gaat functioneren of als de patiënt door vragen te stellen zelf aangeeft dat het niet goed gaat. De ‘Surprise Question’ is niet bedoeld als harde voorspeller voor het laatste levensjaar. Het gaat er vooral om dat patiënten met behoefte aan palliatieve zorg tijdig worden herkend en dat zorgverleners betrokken bij één patiënt zich er met elkaar van bewust zijn dat ze gaan anticiperen op de zorg die komen gaat (Proactieve zorgplanning).

Bron: Handreiking Palliatieve Zorg Thuis, 2019

A: Beter laten
B: Beter doen
C: Beter laten (uitgezonderd verpleegkundig specialisten)

Het juiste antwoord is: A.

Spoel de blaas nooit, ook niet als infectiepreventiemaatregel met desinfectans of antibiotica, tenzij hiervoor een medische indicatie bestaat. Het spoelen van de blaas (met desinfectans of antibiotica) draagt niet bij aan het voorkomen van een urineweginfectie.

Bron: WIP richtlijn Urinelozing en Stoelgang

A: Beter laten
B: Beter doen
C: Beter laten (uitgezonderd verpleegkundig specialisten)

Het juiste antwoord is: A.

In de eerste week na de plaatsing van de PEG-sonde is het doel de vorming van een fistelkanaal (een opening in de buikwand naar de maag, waar de sonde doorheen gaat) te bevorderen en infecties te voorkomen. Geadviseerd wordt de sonde in de eerste week niet te draaien en dompelen. Na een week is de verzorging vooral gericht op het voorkomen van infecties, vastgroeien en verstopping en op het verlengen van de levensduur van de katheter. Geadviseerd wordt de katheter NIET te draaien. Om vastgroeien te voorkomen, is het wel van belang om dagelijks de sonde te dompelen na de eerste week.

Bron: Richtlijn Enterale toegang, 2022

A: Beter laten
B: Beter doen
C: Beter laten (uitgezonderd verpleegkundig specialisten)

Het juiste antwoord is: C.

Verpleegkundigen en verzorgenden IG mogen geen adviezen geven over het gebruik van melatonine of andere geneesmiddelen (alleen de verpleegkundig specialist is hiertoe bevoegd).

Bron: Richtlijn Zorg voor gezonde slaap en zorg bij slaapproblemen, 2021

A: Alléén bewijsmateriaal dat is voortgekomen uit wetenschappelijk onderzoek.
B: Bewijsmateriaal uit wetenschappelijk onderzoek en de voorkeuren van de patiënt.
C: Bewijsmateriaal uit wetenschappelijk onderzoek en jouw eigen ervaring als zorgprofessional.
D: Bewijsmateriaal uit wetenschappelijk onderzoek, de voorkeuren van de patiënt en jouw eigen ervaring als zorgprofessional.

Het juiste antwoord is: D.

Evidence Based Practice (EBP) is het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruik van het beste bewijsmateriaal en de evidence, het bewijs dat op dit moment beschikbaar is. Het doel hiervan is samen met individuele patiënten weloverwogen beslissingen te nemen, om zo de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren. EBP houdt in dat (verpleegkundige) beslissingen worden gebaseerd op een combinatie van drie zaken: bewijsmateriaal voortgekomen uit wetenschappelijk onderzoek, de eigen klinische vaardigheden en de voorkeuren van de patiënt.

Bron: Sackett, D.L., Straus, S.E., Richardson, W.S., Rosenberg, W., Haynes, R.B. (2000) - Evidence-Based Medicine: How to Practice and Teach EBM. New York: Churchill Livingstone.

Zo weet je hoe je het best kunt handelen

Dit jaar zijn voor elke sector in de verpleegkundige zorg Beter laten- en Beter doen-lijsten gepubliceerd, inclusief een top 5 per sector. Deze lijsten zijn samengesteld op basis van aanbevelingen in richtlijnen.

Klik hier voor de Beter laten- en Beter doen-ljsten

Word lid en praat mee!

Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.

Ontwerp Zonder Titel (15)