Veelgestelde vragen van verpleegkundig specialisten

Jaarlijks beantwoordt de RSV veel vragen over bevoegd- en bekwaamheden, of over rechten en plichten van de verpleegkundig specialist. Hieronder vind je het antwoord op de meestgestelde vragen terug. In de rubriek 'Vraag van de maand' beantwoorden we de meer specifieke vragen die we ontvangen van verpleegkundig specialisten bijvoorbeeld over de herregistratie, het opleidingsregister of over de RSV.

Wet- en regelgeving

Het Verpleegkundig Specialisten Register is gebaseerd op artikel 14 van de Wet BIG. Dit artikel stelt dat een representatieve vereniging van een artikel-3-beroep (arts, verloskundige, fysiotherapeut, verpleegkundige, et cetera) een register kan instellen voor beroepsbeoefenaren met een bijzondere deskundigheid en hier een specialistentitel aan kan verbinden.

Zie ook de pagina ‘Wet en regelgeving’.

Alleen registratie in het Verpleegkundig Specialisten Register maakt iemand tot verpleegkundig specialist. Wie hierin staat geregistreerd, is bevoegd om de wettelijk beschermde beroepstitel verpleegkundig specialist te voeren en de voorbehouden handelingen te verrichten die de wetgever aan het specialisme heeft verbonden.

Je mag jezelf alléén verpleegkundig specialist noemen als je geregistreerd bent in het Verpleegkundig Specialisten Register. Wanneer je registratie in het Verpleegkundig Specialisten Register is verlopen of tussentijds wordt doorgehaald, ben je niet langer verpleegkundig specialist en mag je jezelf ook niet langer zo noemen. Je mag wel 'verpleegkundig specialist niet-praktiserend' achter je naam zetten, mits je dit volledig uitschrijft (dus niet afkort). Hierbij gebruik je niet langer de aanduiding van het specialisme waarin je ooit stond geregistreerd. Voor het gebruik van de toevoeging 'verpleegkundig specialist niet-praktiserend' geldt de voorwaarde dat je registratie niet is doorgehaald vanwege een strafrechtelijke uitspraak.

 

De formele beroepstitel van een verpleegkundig specialist is altijd inclusief het specialisme. Bijvoorbeeld: ‘verpleegkundig specialist algemene gezondheidszorg’. In officiële gevallen zul je als beroepsbeoefenaar steeds je formele, volledige beroepstitel moeten gebruiken. Bij informele contacten is de volledige beroepstitel door zijn lengte onhandig in het gebruik. Daarom noemen de meeste specialisten zich in hun werk eenvoudigweg ‘verpleegkundig specialist’. Soms voegen ze hier de naam van hun ‘expertisegebied’ aan toe, zoals ‘verpleegkundig specialist oncologie’. Maar dat laatste is dus niet de formele beroepstitel.

 

Naast de beroepstitel bestaat ook de opleidingstitel. De opleidingstitel is verbonden aan de opleiding die iemand heeft afgerond. Alle personen die tegenwoordig de MANP-opleiding afronden, krijgen de opleidingstitel Master of Science (MSc). De opleidingstitel mag je - na het behalen van je getuigschrift – altijd blijven voeren, ongeacht of je geregistreerd bent in het Verpleegkundig Specialisten Register.

Dat hangt af van de functie die de verpleegkundig specialist binnen een zorginstelling vervult. Een functiebeschrijving is in feite een aanvulling op het beroepsprofiel, waarin specifieke taken en werkzaamheden staan beschreven die een beroepsbeoefenaar uitoefent in die bepaalde functie.

Het beroepsprofiel definieert het beroep: hierin is vastgelegd wat de competenties zijn van een beroepsbeoefenaar, in dit geval een verpleegkundig specialist. Aan dit beroep heeft de wetgever bepaalde bevoegdheden toegekend.

De functieomschrijving kan de wettelijk toegekende bevoegdheden niet uitbreiden of inperken.

Het beroepsprofiel vind je op de website van de afdeling V&VN VS.

Jazeker. Een verpleegkundig specialist is een verpleegkundige die op grond van bijzondere competenties staat ingeschreven in het Verpleegkundig Specialisten Register. Net zoals een medisch specialist altijd een arts blijft, zal je als verpleegkundig specialist altijd onderdeel blijven uitmaken van de verpleegkundige beroepsgroep.

Nee, dat is niet nodig. Als verpleegkundig specialist moet je je elke vijf jaar herregistreren in het Verpleegkundig Specialisten Register. De eisen voor deze herregistratie als specialist zijn zwaarder dan de eisen van het BIG-register als basisberoepsbeoefenaar. Omdat de RSV de specialistenregistraties doorgeeft aan het BIG-register, is het daarnaast niet meer nodig om apart herregistratie in het BIG-register aan te vragen.

Daarover beslist het BIG-register. Wanneer je registratie als VS is doorgehaald in het Verpleegkundig Specialisten Register, krijgt het BIG-register hiervan direct bericht. De vermelding van je specialisme bij je publieke verpleegkundige registratiegegevens op de website van het BIG-register, wordt vervolgens door medewerkers van het BIG-register verwijderd. Ook zullen de medewerkers van het BIG-register aan je vragen of je aan kunt tonen dat je voldoet aan de herregistratie-eisen voor verpleegkundigen in het BIG-register. Het gaat dan om de eisen voor het ‘basisberoep’ verpleegkundige op grond van artikel 3 van de Wet BIG. Wanneer je dit aan kunt tonen, dan blijft je BIG-registratie als verpleegkundige van kracht.

Bevoegd en bekwaam

- Bevoegdheid is de wettelijke toestemming om bepaalde handelingen te mogen verrichten. Wie een bevoegdheid heeft, die mag iets doen.

- Deze toestemming wordt afgegeven door de overheid (of door een orgaan dat bevoegd is door de overheid) nadat iemand heeft aangetoond bekwaam te zijn.

- De afgegeven toestemming wordt schriftelijk vastgelegd, meestal in een register.

- De huidige Wet BIG stelt dat iedere Nederlandse burger de geneeskunst mag bedrijven, tenzij een handeling (te) risicovol is. Deze handelingen die als té risicovol worden beschouwd, zijn uitsluitend voorbehouden aan bepaalde beroepen die worden genoemd in artikel 3 van de Wet BIG. Dit zijn de acht basisberoepen van arts, tandarts, apotheker, gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut, verloskundige, fysiotherapeut en verpleegkundige. Daarom heten deze handelingen de ‘voorbehouden handelingen’.

- Voor ieder beroep is bepaald tot welke voorbehouden handelingen zij bevoegd zijn.

- Wanneer een beroep een specialismeregeling kent, zoals bij verpleegkundig specialisten het geval is, dan kan de minister de bevoegdheid voor dit specialisme uitbreiden of invullen door middel van wet- en regelgeving. Voor de verpleegkundig specialist is dit gedaan in de ‘Regeling zelfstandige bevoegdheid verpleegkundig specialisten’.

- Een lagere instantie kan (en mag) de bevoegdheid die per wet is vastgelegd, niet verder inperken of uitbreiden.

- Bekwaam houdt in dat je beschikt over de vereiste competenties om een bepaalde handeling uit te voeren conform de professionele standaard.

- Om een voorbehouden handeling te mogen uitvoeren, moet je niet alleen bevoegd zijn, maar ook bekwaam.

- De wet legt de verantwoordelijkheid voor het vaststellen van de bekwaamheid bij de BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaar zelf. Je moet dus zelf kunnen inschatten/bepalen of je bekwaam bent.

- Wanneer je een handeling wil verrichten waarvoor je bij wet bevoegd bent, maar onvoldoende bekwaam (bijvoorbeeld omdat je de handeling nooit of te weinig hebt verricht), dan mag je de handeling niet uitvoeren. Onbekwaam maakt dus onbevoegd.

- Als beroepsbeoefenaar moet je zelf kunnen beargumenteren en verantwoorden waarom je van mening bent dat je bekwaam bent om een handeling te verrichten, eventueel zelfs voor een tuchtcollege.

- Je moet de juiste kennis, vaardigheid en attitude bezitten om een handeling uit te voeren.

- De wet legt de verantwoordelijkheid voor het vaststellen van bekwaamheid bij de beroepsbeoefenaar zelf. Je moet dus zelf kunnen inschatten/bepalen of je bekwaam bent.

- Wanneer je een handeling wil verrichten waarvoor je bij wet bevoegd bent, maar waarvoor je onvoldoende bekwaam bent (bijvoorbeeld omdat je de handeling nooit of te weinig hebt verricht), dan mag je de handeling niet uitvoeren. Onbekwaam maakt dus onbevoegd.

- Als beroepsbeoefenaar moet je zelf kunnen beargumenteren en verantwoorden waarom je van mening bent dat je bekwaam bent om een handeling te verrichten, eventueel zelfs voor een tuchtcollege.

De Wet BIG onderscheidt drie categorieën:

  • Beroepsbeoefenaren met een zelfstandige bevoegdheid
  • Beroepsbeoefenaren met een functionele zelfstandigheid
  • Onbevoegden

Zelfstandige bevoegdheid

De zelfstandige bevoegdheid is onder andere toegekend aan artsen en verpleegkundig specialisten. Artsen zijn zelfstandig bevoegd voor alle voorbehouden handelingen. Verpleegkundig specialisten zijn zelfstandig bevoegd voor een beperkt aantal voorbehouden handelingen, afhankelijk van hun specialisme. Zie ook: 'Tot welke voorbehouden handelingen ben je als verpleegkundig specialist bevoegd?'.

  • De zelfstandige bevoegdheid houdt in dat  je als beroepsbeoefenaar
  • de indicatie mag stellen voor een voorbehouden handeling,
  • de voorbehouden handeling mag uitvoeren, en
  • opdracht aan derden (niet-zelfstandig bevoegden) mag geven om de voorbehouden handeling uit te voeren

Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

  • Als zelfstandig bevoegde beroepsbeoefenaar moet je bekwaam zijn. Het beoordelen van je eigen bekwaamheid is een individuele verantwoordelijkheid van jezelf. Je bent hiervoor tuchtrechtelijk aansprakelijk en je moet op professionele gronden kunnen verantwoorden waarom je van mening bent bekwaam te zijn tot het indiceren van, uitvoeren van en/of opdracht geven tot uitvoeren van een voorbehouden handeling. Indien je als beroepsbeoefenaar niet bekwaam bent, mag je de handeling ook niet indiceren of (laten) uitvoeren. Dit is het principe ‘onbekwaam maakt onbevoegd’.
  • Bij het geven van een opdracht aan derden moet je als beroepsbeoefenaar je ervan vergewissen dat de opdrachtnemer bekwaam is. Ook moet je voldoende toezicht en tussenkomst (deskundig ingrijpen bij complicaties) regelen.
  • Het voorschrijven van UR-geneesmiddelen mag nooit worden overgedragen aan derden. Als zelfstandig bevoegde beroepsbeoefenaar mag je dus niet aan een andere persoon opdracht geven een geneesmiddel voor te schrijven.

Functionele zelfstandigheid

De functionele zelfstandigheid is onder meer toegekend aan de verpleegkundige. Deze bevoegdheid houdt in dat een beroepsbeoefenaar een opdracht van een zelfstandig bevoegde beroepsbeoefenaar zelfstandig mag uitvoeren. Als zelfstandig bevoegde opdrachtgever hoef je je in dit geval niet te vergewissen dat de opdrachtnemer bekwaam is. Dit is de verantwoordelijkheid van de opdrachtnemer. Ook hoef je geen toezicht en tussenkomst te regelen bij een beroepsbeoefenaar die een functionele zelfstandige bevoegdheid heeft.

Voor de functionele zelfstandigheid gelden de volgende voorwaarden:

  • De functionele zelfstandigheid van verpleegkundigen betreft slechts het uitvoeren van drie voorbehouden handelingen:
    1. Katheterisaties
    2. Puncties
    3. Injecties
  • De beroepsbeoefenaar is slechts bevoegd is indien hij/zij bekwaam is. Ook hier is de bekwaamheid een individuele verantwoordelijkheid van de beroepsbeoefenaar. Hij/zij is hiervoor tuchtrechtelijk aansprakelijk en moet op professionele gronden kunnen verantwoorden op welke gronden hij/zij van mening was bekwaam te zijn tot het uitvoeren van de voorbehouden handeling. Indien de beroepsbeoefenaar niet bekwaam is, mag hij/zij de handeling ook niet indiceren of (laten) uitvoeren. Dit is het principe ‘onbekwaam maakt onbevoegd’.

Onbevoegden

Iedere burger of beroepsbeoefenaar die geen zelfstandige bevoegdheid of functionele bevoegdheid heeft, wordt in het kader van de Wet BIG beschouwd als onbevoegd tot het uitvoeren van voorbehouden handelingen. Dat wil niet zeggen dat een onbevoegde de voorbehouden handeling niet mag uitvoeren.

In opdracht van een zelfstandig bevoegde beroepsbeoefenaar, mag de onbevoegde een voorbehouden handeling uitvoeren. Voorwaarde is wel dat de zelfstandig bevoegde opdrachtgever heeft vastgesteld dat de onbevoegde opdrachtnemer bekwaam is. Ook moet de opdrachtgever toezicht en tussenkomst regelen.

Nee, dat mag niet. De wetgever staat niet toe dat je als verpleegkundig specialist je beroep uitoefent en de voorbehouden handelingen verricht, in een specialisme waarin je niet staat geregistreerd.

Je bevoegdheid om de titel ‘verpleegkundig specialist geestelijke gezondheidszorg’ danwel ‘verpleegkundig specialist algemene gezondheidszorg’, ‘verpleegkundig specialist chronische zorg bij somatische aandoeningen’ of ‘verpleegkundig specialist preventieve zorg bij somatische aandoeningen’ te dragen en de daarmee verbonden voorbehouden handelingen uit te voeren is beperkt tot je specialisme. De voorbehouden handelingen (inclusief voorschrijven van geneesmiddelen) zijn zelfs beperkt tot je expertisegebied: de categorie patiënten binnen jouw specialisme waar jij routinematig zorg aan verleent.

Het beroepsdeel van het verpleegkundig specialisme waarbinnen je werkzaam bent en waarbinnen de voorbehouden handelingen mogen worden beschouwd als routinematig, niet-complex en waarvan de risico’s te overzien zijn.

In de meeste gevallen komt het expertisegebied overeen met de categorie patiënten waaraan je routinematig zorg verleent en de daarmee samenhangende ziektebeelden.

De verpleegkundig specialist zelf, en niemand anders.

De wet spreekt niet van medische handelingen, maar van voorbehouden handelingen. Als verpleegkundig specialist heb je een zelfstandige bevoegdheid om voorbehouden handelingen te indiceren en uit te voeren. Ook mag je opdracht geven aan derden om de handelingen uit te voeren, met uitzondering van de voorschrijfbevoegdheid: deze handeling is niet overdraagbaar en moet altijd zelf worden uitgevoerd.

De zelfstandige bevoegdheid in het kader van de Wet BIG impliceert tevens dat iedere beroepsbeoefenaar zelf (en niemand anders!) verantwoordelijk is voor het bewaken van de eigen grenzen: het is namelijk de individuele beroepsbeoefenaar die desgevraagd verantwoording moet afleggen aan een Tuchtcollege of aan de Inspectie.

- De verpleegkundige die in opleiding is tot specialist (vios) is nog geen specialist. Hij/zij is dus niet zelfstandig bevoegd, maar heeft een functionele zelfstandigheid (omdat diegene verpleegkundige is) voor het uitvoeren van katheterisaties, puncties en injecties.

- De vios mag ook andere voorbehouden handelingen uitvoeren in opdracht van een zelfstandig behandelaar, zoals een verpleegkundig specialist. Maar de vios doet dit dan als niet-zelfstandig bevoegde én zonder functionele zelfstandigheid.

    • Hierbij moet de opdrachtgever zich ervan verzekeren dat de vios bekwaam is en voldoende toezicht en tussenkomst regelen.

    • De vios houdt ook in deze situatie een eigen verantwoordelijkheid voor haar bekwaamheid en blijft hierop aanspreekbaar.

    • De vios mag geen recepten ondertekenen in opdracht van anderen.

- Voor alle niet-voorbehouden handelingen kent de wet weinig tot geen specifieke bepalingen. Maar ook hier geldt het uitgangspunt dat een beroepsbeoefenaar een handeling uitsluitend mag uitvoeren wanneer hij/zij hiertoe bekwaam is. De beroepsbeoefenaar moet ervoor zorgen dat het handelen voldoet aan de professionele standaard en is zelf verantwoordelijk voor (het onderhouden van) de eigen bekwaamheid.

- Wie (deels) onder supervisie werkt van een zelfstandig bevoegde beroepsbeoefenaar (de supervisor), voert (dat deel van) zijn/haar beroep of beroepsmatig handelen slechts uit nadat de supervisor heeft vastgesteld dat hij/zij bekwaam is.

- De supervisor heeft de verantwoordelijkheid om te bepalen of de gesuperviseerde beroepsbeoefenaar bekwaam is, en waar nodig toezicht en tussenkomst te regelen. Dit geldt nadrukkelijk voor de voorbehouden handelingen.

- Indien de beroepsbeoefenaar die onder supervisie werkt BIG-geregistreerd is, houdt de beroepsbeoefenaar een eigen verantwoordelijkheid voor het mede bepalen of hij/zij bekwaam is. Indien de gesuperviseerde beroepsbeoefenaar van mening is dat hij/zij onvoldoende bekwaam is, dan moet hij/zij dit kenbaar maken en de handeling niet uitvoeren, dan wel onder directe begeleiding van de supervisor.

Wanneer je onvoldoende uren hebt gewerkt in de directe patiëntenzorg, maar je voldoet wél aan de eis van 4.160 uur werkervaring als VS binnen andere werkzaamheden die kunnen worden gerekend tot de ‘gelijkgestelde werkzaamheden’, dan kun je worden geherregistreerd op basis van gelijkgestelde werkzaamheden. Hierbij behoud je je titel als VS, maar mag je niet langer je beroep uitoefenen in de directe patiëntenzorg. Lees hier meer informatie.

Voorbehouden handelingen

Dat hangt af van het specialisme waarin je als verpleegkundig specialist geregistreerd staat. Zie de tabel hieronder.

Voor het uitvoeren van voorgenomen handelingen geldt altijd: onbekwaam maakt onbevoegd.

Voorbehouden handelingen per specialisme 2021

Ja, als verpleegkundig specialist mag je UR-geneesmiddelen (uitsluitend recept) voorschrijven. Dit mag alleen binnen je expertisegebied Zie ook: 'Wat is een expertisegebied?'.

Ja, want als verpleegkundig specialist ben je een zelfstandig behandelaar. In het beroepsprofiel van de verpleegkundig specialist is vastgelegd dat onderzoek, indicatiestelling, diagnostiek, behandeling en doorverwijzing behoren tot de competenties van de verpleegkundig specialist.

Ja, dat mag. Een verpleegkundige heeft een functionele zelfstandigheid om de voorbehouden handelingen injecteren, puncteren en katheteriseren uit voeren. Voor de andere handelingen geldt de verpleegkundige als ‘onbevoegd’. Zie ook: 'Wat is het verschil tussen zelfstandige, functionele zelfstandige en niet-zelfstandige bevoegdheid?'.

Verder lezen

  • Registers
  • Verpleegkundig Specialisten Register

Vraag van de maand

In de rubriek: ‘de vraag van de maand’ behandelen we maandelijks een vraag die van belang is voor de hele beroepsgroep. Dit kunnen vragen zijn die gaan over wet- en regelgeving, maar ook over de herregistratie, het opleidingsregister of over de RSV. Hier vind je alle vragen van de maand van het afgelopen jaar op een rij.