Een eed verlangt dat je handelt, niet dat je wegkijkt
- 1 oktober 2025
- Blog/Vlog
- V&VN Algemeen

Als verpleegkundige leerde ik iets eenvoudigs: als iemand lijdt, help je. Ongeacht wie het is, waar hij vandaan komt of hoe ingewikkeld het wordt. Bij mijn diplomering sprak ik een eed uit. Ik beloofde lijden te verlichten, zorg te verlenen aan wie dat nodig heeft. Geen mitsen, geen maren. Die mitsen en maren hoorde ik onlangs wel tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen.
Politici leggen óók een eed af. Ze zweren trouw aan de Grondwet, die de fundamentele rechten van ieder mens waarborgt, en beloven hun plichten naar eer en geweten te vervullen. Toch hoor ik vanuit Den Haag vooral berekeningen en bezwaren: “beter hulp in de regio”, “te complex”, “niet uitvoerbaar”. Technocratisch gebrabbel dat de praktijk verhult: we laten kinderen in conflictgebieden creperen. Doodgaan.
In de Tweede Kamer sneuvelde een motie om gewonde kinderen uit Gaza naar Nederland te halen met één stem verschil. Eén stem. Dat maakt het verschil tussen kinderen die sterven en kinderen die overleven. Dit is geen theoretisch debat, dit is een politieke keuze.
Ook tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen schoven conservatieve partijen de woorden van linkse partijen terzijde. Bang voor zetelverlies, onderbouwd met spookbeelden: dat er straks hele families zullen ‘nareizen’. Bangmakerij, net als destijds de leugen over ‘nareis op nareis’ die werd gevreesd bij vluchtelingen in Nederland.
Direct ontslag
Ik werk op een High Intensive Care (HIC), waar wij acute nood verlichten bij mensen in psychiatrische crisis. Stel dat ik iemand in levensgevaar zou weigeren met de woorden: “U krijgt straks hulp in de regio.” Ik zou direct ontslagen worden. Terecht. Maar precies die redenering hanteert het demissionaire kabinet nu. Terwijl wij als verpleegkundigen het andersom doen: éérst levensreddend handelen, daarna kijken naar vervolgzorg.
Zo hoort het.
“Laat Nederland weer Nederland zijn”, roepen sommige politici vaak. Maar welk Nederland is dat? We huisvesten het Internationaal Strafhof en spreken stoere woorden over mensenrechten. Maar een land dat geen tien of twintig kinderen kan opnemen omdat “de regio het maar moet oplossen”, is zijn moreel kompas kwijt en geen land waar ik wil zijn.
Menselijkheid
Protocollen zijn ons kompas. Ze geven houvast, zorgen voor veiligheid en consistentie. Maar iedere verpleegkundige weet: zodra een protocol botst met menselijkheid, gaat het de prullenbak in. Want kinderen die sterven van honger, met kogels in hun hoofd en ledematen afgerukt, gaan bóven regels en electorale retoriek. ‘Hulp in de regio’ klinkt logisch, maar is niets waard als ziekenhuizen in puin liggen en buurlanden overvol zijn. De specifieke zorg die deze kinderen nodig hebben ís hier: afdelingen met expertise, artsen en verpleegkundigen die klaarstaan.
Een verpleegkundige die een kind bewust laat sterven zonder te handelen, kan geen verpleegkundige meer zijn. Wij zouden ons nooit kunnen verschuilen achter protocollen of bureaucratie als een leven op het spel staat. Een politicus die hetzelfde doet, lijkt ermee weg te komen. Maar een eed is een eed. Of je hem nu aflegt in een ziekenhuis of in de Tweede Kamer: een eed verlangt dat je handelt, niet dat je wegkijkt.
Het is tijd dat Den Haag zijn eigen eed serieus neemt.
Deze versie is een licht bewerkte vorm van de versie die Jorn eerder op LinkedIn heeft geplaatst.