Professioneel en verantwoord handelen in uitdagende situaties: hoe doe je dat?

Soms kun je niet de zorg bieden zoals je zou willen. Bij een hoge werkdruk bijvoorbeeld. Soms wijk je in het belang van de zorgvrager bewust af van regels. Weet jij hoe je dan professioneel en verantwoord te werk gaat? Doe de test!
(scroll naar beneden voor de antwoorden)
1. Je leidinggevende vraagt jou als verzorgende IG om naar een cliënt te gaan die complexe wondzorg nodig heeft. Jij voelt je hier (nog) niet bekwaam voor, maar vanwege personeelstekort dringt je leidinggevende er sterk op aan. Wat doe je?
A. Je zoekt van tevoren informatie op over wondzorg en gaat toch. Want anders krijgt de cliënt helemaal geen zorg.
B. Je weigert om de wondzorg te geven.
C. Je zegt dat je je (nog) niet bekwaam voelt en weigert daarom voorlopig deze zorg. Daarnaast ga je met je team in gesprek om een oplossing te zoeken.
2. Je besluit als wijkverpleegkundige om tijdelijk extra zorg te leveren buiten de indicatie om omdat de mantelzorger van de cliënt is uitgevallen. Je bespreekt dit niet met jouw organisatie. Later dient de cliënt een klacht in over onvoldoende zorg. Wat had je beter kunnen doen?
A. Je strikt aan de indicatie houden, ook als dat tot een crisis leidt.
B. Alleen afwijkend handelen als de cliënt mondeling akkoord geeft, en dit vastleggen in het dossier.
C. Je besluit overleggen met de cliënt, het team en/of organisatie, dit vastleggen in het dossier en daarnaast tijdelijke uitbreiding van de indicatie aanvragen.
3. Je komt structureel tijd tekort om verantwoorde zorg te leveren. Wat is in deze situatie de beste eerste stap?
A. Extra uren werken, zodat de cliënt hier geen nadeel van ondervindt.
B. De situatie bespreken met je collega’s en leidinggevende, oplossingen verkennen en alles schriftelijk vastleggen.
C. Een klacht indienen bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.
4. Je wijkt af van een protocol om beter aan te sluiten bij de wensen van een terminale cliënt. Wat moet je in deze situatie zeker doen om juridische risico’s te beperken?
A. Je wijkt alleen af als er sprake is van spoed.
B. Je kunt je keuze goed onderbouwen en noteert de keuze met onderbouwing in het dossier.
C. Je overlegt mondeling met de cliënt en legt deze keuze vast in het dossier.
5. Diverse collega’s uit je team zijn opgestapt en je maakt je zorgen over de kwaliteit van zorg. Je leidinggevende zegt dat jij je geen zorgen hoeft te maken over mogelijke (tucht)klachten, want de zorginstelling is eindverantwoordelijk. Klopt dit?
A. Ja, de zorginstelling is eindverantwoordelijk op basis van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg. Jij kunt dus niet aansprakelijk worden gesteld.
B. Ja en nee. De instelling is verantwoordelijk voor personeelsinzet, maar jij behoudt je eigen professionele verantwoordelijkheid voor de zorg die je levert. Dat betekent dat je wel aansprakelijk bent voor je eigen fouten, ook al komen die door schaarste.
C. Nee. De instelling is verantwoordelijk voor de randvoorwaarden, maar jij bent én blijft verantwoordelijk voor je eigen professioneel handelen. Je bent ook aansprakelijk voor je eigen fouten, zelfs bij schaarste. Daarnaast heb je ook een signalerende en initiërende rol: je moet problemen bespreken in je team en met je leidinggevende, samen oplossingen zoeken en deze schriftelijk vastleggen.
Antwoorden
A. Je zoekt van tevoren informatie op over wondzorg en gaat toch. Want anders krijgt de cliënt helemaal geen zorg.
B. Je weigert om de wondzorg te geven.
C. Je zegt dat je je (nog) niet bekwaam voelt en weigert daarom voorlopig deze zorg. Daarnaast ga je met je team in gesprek om een oplossing te zoeken.
Het goede antwoord is: C.
Artikel 1.5 van de Beroepscode zegt:
"Als verpleegkundige of verzorgende ken ik de grenzen van mijn deskundigheid en beroepsverantwoordelijkheid. Ik voer alleen handelingen uit die binnen deze grenzen vallen. Dit betekent onder andere dat ik:
geen opdrachten en verantwoordelijkheden accepteer die buiten de grenzen van mijn deskundigheid en/of beroepsverantwoordelijkheid liggen,
in dergelijke gevallen adequaat weet door te verwijzen,
hulp zoek in situaties waar ik alleen niet uitkom.”
A. Je strikt aan de indicatie houden, ook als dat tot een crisis leidt.
B. Alleen afwijkend handelen als de cliënt mondeling akkoord geeft, en dit vastleggen in het dossier.
C. Je besluit overleggen met de cliënt, het team en/of organisatie, dit vastleggen in het dossier en daarnaast tijdelijke uitbreiding van de indicatie aanvragen.
Het goede antwoord is: C.
Positief afwijken vraagt om samenwerking en zorgvuldigheid. Volgens artikel 1.2 van de Beroepscode handel je volgens professionele normen en maak je een beredeneerde afweging. Zie ook artikel 3.8: als er knelpunten ontstaan door organisatiebeleid, moet je dit op zorgvuldige wijze bespreekbaar maken in de organisatie.
Als je afwijkt van de indicatie, doe dit dan altijd in overleg met de cliënt, het team en/of de organisatie. Leg je overwegingen en je keuze objectief, nauwkeurig en volledig vast in het dossier. Zonder overleg en nauwkeurige verslaglegging loop je het risico dat je handelen bij een klacht onverantwoord wordt bevonden.
A. Extra uren werken, zodat de cliënt hier geen nadeel van ondervindt.
B. De situatie bespreken met je collega’s en leidinggevende, oplossingen verkennen en alles schriftelijk vastleggen.
C. Een klacht indienen bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.
Het goede antwoord is: B.
Het is belangrijk om signalen van schaarste bespreekbaar te maken in je team als dit consequenties heeft voor de kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid. Samen kun je kijken naar alternatieven of prioritering.
Onderbouw het risico waarom de zorgverlening (door jou) niet verantwoord uitvoerbaar is. Bespreek je oplossingen met je team/leidinggevende en/of organisatie. Leg dat ook schriftelijk vast en bewaar dit document. Mocht je in de toekomst een klacht krijgen, dan kun je aantonen dat je er alles aan hebt gedaan om de kwaliteit van zorg te verbeteren.
Meer informatie over (tucht)klachtprocedures: openovertuchtrecht.nl.
Mocht je geen gehoor vinden in de organisatie en je maakt je zorgen over de kwaliteit van zorg, dan kun je als lid contact opnemen met het bureau van V&VN. Neem contact op met de V&VN Hulplijn (tucht)klacht als je een (tucht) klacht krijgt.
A. Je wijkt alleen af als er sprake is van spoed.
B. Je kunt je keuze goed onderbouwen en noteert de keuze met onderbouwing in het dossier.
C. Je overlegt mondeling met de cliënt en legt deze keuze vast in het dossier.
Het goede antwoord is: B.
Positief afwijken mag in uitzonderlijke situaties, mits je dit zorgvuldig afweegt, overlegt en schriftelijk onderbouwt.
Uit tuchtrechtspraken blijkt dat je afwijken van een protocol kunt doen, mits dat in het belang is van de patiënt, je het met patiënt of naaste overlegt én met de medebehandelaar/zorgverlener en dat je het de overwegingen van het afwijken noteert in het dossier van de cliënt. Dit kan later van belang zijn in een eventuele (tucht)klachtprocedure.
Zie ook artikel 1.2 van de Beroepscode. Daarin staat dat je als verpleegkundige of verzorgende bij de uitoefening van je beroep handelt naar de normen, richtlijnen, protocollen, gedragsregels en eisen van zorgvuldigheid die invulling geven aan goed hulpverlenerschap (professionele standaard).
Dat betekent o.a. dat je jouw professionele oordeelsvermogen gebruikt om te bepalen of je bij deze zorgvrager de beredeneerd van de indicatie kunt afwijken.
A. Ja, de zorginstelling is eindverantwoordelijk op basis van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg. Jij kunt dus niet aansprakelijk worden gesteld.
B. Ja en nee. De instelling is verantwoordelijk voor personeelsinzet, maar jij behoudt je eigen professionele verantwoordelijkheid voor de zorg die je levert. Dat betekent dat je wel aansprakelijk bent voor je eigen fouten, ook al komen die door schaarste.
C. Nee. De instelling is verantwoordelijk voor de randvoorwaarden, maar jij bent én blijft verantwoordelijk voor je eigen professioneel handelen. Je bent ook aansprakelijk voor je eigen fouten, zelfs bij schaarste. Daarnaast heb je ook een signalerende en initiërende rol: je moet problemen bespreken in je team en met je leidinggevende, samen oplossingen zoeken en deze schriftelijk vastleggen.
Het goede antwoord is: C.
Uit de Beroepscode en tuchtrechtuitspraken blijkt dat je verantwoordelijkheid bij schaarste inhoudt dat je tijdig intern aan de bel trekt! De tuchtrechter gaat ervan uit dat je intern signaleert als de kwaliteit van zorg in het gedrang komt bij schaarste.
Maar dat is niet voldoende, het tuchtrecht verwacht dat je ook mogelijke oplossingen bespreekt en dat je jouw signalen, oplossingen en afspraken ook schriftelijk vastlegt.
Dit laatste is belangrijk als je een (tucht)klacht krijgt. Je kunt dan aantonen dat je er alles aan hebt gedaan om het probleem op te lossen. De zorginstelling moet de organisatie vervolgens op orde brengen.
Daarvoor is de organisatie verantwoordelijk, maar jij bent en blijft verantwoordelijk voor jouw professionele handelen. Als jij zelf door schaarste geen verantwoorde zorg meer kunt leveren, dan moet je jezelf afvragen of je nog wel op deze manier kunt werken. Je loopt het risico op fouten. Als dat het geval is, dan moet je tijdig aan de bel trekken en misschien zelfs stoppen met werken.
Zorg dat je intern hulp zoekt. Je kunt ook met de hulplijn van V&VN contact opnemen. Zij kunnen met je meedenken over mogelijke stappen die je kunt doen.

Masterclasses V&VN Academie
Wil je je verdiepen in meer zeggenschap? Meld je dan aan voor de masterclass 'Versterk je Zeggenschap!' op donderdag 3 juli bij V&VN in Utrecht.
Op dinsdag 30 september kun je een masterclass 'Tuchtrecht' volgen bij V&VN in Utrecht.
Samen maken we de zorg beter. Word lid!
Wij zijn de verpleegkundigen, verzorgenden IG en verpleegkundig specialisten van Nederland. Verenigd in V&VN zetten we ons in voor (kennis)ontwikkeling en het versterken en positioneren van onze beroepen. Wil jij zeggenschap over jouw vak? Sluit je dan bij V&VN aan! Met ruim 100.000 leden vormen we één krachtige stem. Van de werkvloer tot in politiek Den Haag.
