Nachtwerk

Omdat veel patiënten, cliënten en bewoners dag en nacht zorg nodig hebben, horen nachtdiensten bij het werken in de zorg. Het werken in de nachtdienst heeft invloed op je bioritme, je stofwisseling, je gezondheid en je gedrag. Je ben immers aan het werk tijdens je natuurlijke slaapperiode, terwijl je mentaal en fysiek eigenlijk in de ruststand staat. Weet je welke invloed het werken in de nachtdienst heeft op je (eet)gedrag en je gezondheid? Doe de test!

Test je kennis: Nachtwerk

Wat weet jij van de invloed van nachtwerk op je lichaam? Doe de nachttest!

Hieronder tien stellingen over slapen, eten en bewegen.
Geef aan of de stelling waar of niet waar is.

 

  1. Een slechte slaap beïnvloedt hormonen, waardoor je meer honger krijgt.
    Waar / niet waar
  2. De cafeïne in chocola, cola en koffie onderdrukt de slaap.
    Waar / niet waar
  3. Een gezonde maaltijd in je nachtdienst heeft qua hoeveelheid eten de grootte van een gespreide hand.
    Waar / niet waar
  4. De glycemische index geeft aan hoe snel koolhydraten in de darm worden verteerd en als glucose in het bloed worden opgenomen. Producten met een lage glycemische index stimuleren het hongergevoel.
    Waar / niet waar
  5. Voeding met veel eiwitten zorgt voor alertheid.
    Waar / niet waar
  6. Werk je in onregelmatige diensten dan loop je een hoger risico op maag- en darmklachten dan mensen met een negen-tot-vijfbaan.
    Waar / niet waar
  7. Als je te weinig drinkt in een nachtdienst kan dit zorgen voor milde uitdroging. Milde uitdroging zorgt voor verminderde alertheid.
    Waar / niet waar
  8. Je spijsvertering is overdag het meest efficiënt.
    Waar / niet waar
  9. Dynamische verlichting helpt je om alert te blijven in een nachtdienst. 
    Waar / niet waar
  10. Na een nachtdienst is een late dienst, een dagdienst en daarna een ochtenddienst een gewenste volgorde in een continurooster.
    Waar / niet waar

Antwoorden

1.      Een slechte slaap beïnvloedt hormonen, zodat je een hongergevoel krijgt.

Waar

Leptine en ghreline helpen je eetlust te reguleren. Als je slecht slaapt produceer je meer ghreline en minder leptine. Meer ghreline – ook wel het hongerhormoon genoemd – zorgt voor de behoefte om meer energierijk voedsel te eten. Een tekort aan leptine zorgt dat je geen ‘vol’ gevoel krijgt. Uit onderzoek blijkt dat aangepaste voeding tijdens de nachtdienst een gunstig effect heeft op de kwaliteit van je slaap overdag en ook zorgt voor vermindering van hoofdpijn- en vermoeidheidsklachten.

2.      De cafeïne in chocola, cola en koffie onderdrukt de slaap.

Waar

Cafeïne onderdrukt de slaap. Daarnaast zorgt het ook voor maagirritatie, minder concentratie en laat het de bloeddruk stijgen.

3.      Een gezonde maaltijd in je nachtdienst heeft qua hoeveelheid eten de grootte van een gespreide hand.

Niet waar

Een gezonde nachtmaaltijd heeft qua hoeveelheid eten de grootte van de palm van je hand. Een gezonde maaltijd bestaat bijvoorbeeld voor de helft uit groenten, een stukje vis, vlees,  of vleesvervanger en wat aardappels, rijst of pasta.

4.      De glycemische index geeft aan hoe snel koolhydraten in de darm worden verteerd en als glucose in het bloed worden opgenomen. Producten met een lage glycemische index stimuleren het hongergevoel.

Niet waar

Voedsel met een lage glycemische index zorgt voor een stabiele suikerspiegel.

Uit onderzoek blijkt dat met aangepaste voeding vermoeidheid tijdens de nachtdienst met zo’n 25 procent vermindert. Het zorgt ook voor betere slaap na de nachtdienst.

5.      Voeding met veel eiwitten zorgt voor alertheid.

Waar

Uit onderzoek blijkt dat een eiwitrijke maaltijd zorgt voor alertheid. Eiwitten dragen bij aan een betere productie van neurotransmitters. Neurotransmitters zorgen voor alertheid, focus en goed geheugen.

6.      Werk je in onregelmatige diensten dan loop je een hoger risico op maag- en darmklachten dan mensen met een negen-tot-vijfbaan.

Waar

Uit onderzoek onder verpleegkundigen blijkt dat maag- en darmklachten één van de grootste (en zeer vervelende) gevolgen zijn van nachtarbeid.

7.      Als je te weinig water drinkt in een nachtdienst kan dit zorgen voor milde uitdroging. Milde uitdroging zorgt voor verminderde alertheid.

Waar

Het drinken van water heeft een positieve invloed op de reactiesnelheid, zo blijkt uit onderzoek. Je reageert sneller bij een cognitieve taak. Tekort aan vocht zorgt voor verminderde alertheid. Dat kan de veiligheid van je zorg beïnvloeden.

8.      Je spijsvertering is overdag het meest efficiënt.

Waar

Overdag is je spijsvertering het meest efficiënt. Om in de nachtdienst een goede spijsvertering te hebben is de beste aanpak: eet om 18.00 uur warm, neem om 1.30 uur een tweede maaltijd en eet tijdens de dip om 5.00 uur weer iets. Zorg dat de maaltijd zo min mogelijk koolhydraten bevat.

9.      Dynamische verlichting helpt je om alert te blijven in een nachtdienst. 

Waar

In de nachtdienst heb je koeler licht nodig voor betere concentratie en alertheid. Dynamische verlichting beïnvloedt ook de biologische klok.

10.   Na een nachtdienst is een late dienst, een dagdienst en daarna een ochtenddienst een gewenste volgorde in een continurooster.

Niet waar

Voorwaartse rotatie van diensten is bij continuroosters het meest gewenst: vroege dienst, dagdienst, late dienst en dan een nachtdienst. Dan zit er een herstelperiode van 24 uur tussen de diensten.