Samen beslissen klinkt simpel, maar dat is het niet. Geen situatie is hetzelfde. Wanneer doe je extra moeite om een patiënt of cliënt te overtuigen en wanneer doe je juist een stap terug? We hebben een paar mogelijke praktijkvoorbeelden geschetst van samen beslissen met ouderen. Hoe reageer jij? (check de antwoorden onderaan)

1. Mevrouw de Haan (82) zit in de wachtkamer, ze is gevallen thuis. Haar man is twee jaar geleden overleden, ze is in een kwetsbare fase beland. Hoe bereid je je als praktijkverpleegkundige voor op dit gesprek?

A. Je kijkt het dossier snel door. Je neemt  je voor om thuiszorg aan te raden.

B. Je ziet in het dossier dat mevrouw  eerder bij poh-ggz onder behandeling was. Je neemt je voor om ook even  te informeren naar haar gemoedstoestand.

C. Je kijkt in het dossier naar haar ziekte geschiedenis en naar wat er nu speelt. Zou er meer aan de hand zijn?  Je wilt eerst horen hoe het nu met  haar is.

2. Meneer de Graaf (78) komt op consult in het ziekenhuis. Bij hem is diabetes type 2 vastgesteld. Hij maakt zich zorgen,  ook omdat hij thuis voor zijn vrouw  met  dementie zorgt. Hoe begin je als  (diabetes)verpleegkundige  het  gesprek?

A. Hoe voelt u zich? Maakt u zich zorgen? Als u me wat meer vertelt over uw situatie, dan kunnen we de behandeling daarop aanpassen.

B. Vindt u het prettig als iemand met u meedenkt over de keuzes voor behandeling? Wie zou u de volgende keer willen meenemen?

C. Ik kan me voorstellen dat u niet blij wordt van de diagnose, maar we gaan niet bij de pakken neerzitten hè?

3. Meneer Fernandes heeft COPD. Hij is bang dat er in de winter griep uitbreekt in het verpleeghuis en dat het zijn COPD verergert. Hij vraagt je (als verpleegkundige) hoe dit zit en wat hij moet doen.

A. U heeft een punt, exacerbaties kunnen veroorzaakt worden door een virale luchtweginfectie. Er zijn diverse opties om de kans op exacerbaties te reduceren. Wilt u daar eerst op reflecteren?

B. Wat zijn uw ervaringen met uw COPD- klachten en de griep? Wat is voor u belangrijk voor de komende winter?

C. Als ik u zo hoor dan zou ik de griepprik nemen. U kunt natuurlijk ook uit de buurt blijven van uw medebewoners en extra vitaminepillen slikken. Wat denkt u zelf?

4. Het gaat niet goed met mevrouw Janssen. Ze heeft hartklachten en last van dikke voeten. Je wilt als verzorgende of verpleegkundige in de wijk met haar  de voor- en nadelen van plastabletten doornemen.

A. U kunt plastabletten innemen, zodat het vocht in uw voeten minder wordt. Dan heeft u wel kans op uitdroging, daarom is het belangrijk dat u genoeg drinkt. In plaats van de tabletten kunt u ook groene thee  drinken. Is het duidelijk wat u kunt doen?

B. U heeft last van oedeem. Daarvoor kunt u een vochtafdrijvend middel innemen, waarbij u wel moet oppassen voor hydratatie. Via voeding kunt u ook aan  uw vochtbalans werken. Bijvoorbeeld door zoutarm te eten en veel water en groene thee te drinken.

C. U kunt plastabletten innemen, zodat u minder vocht vasthoudt. Meer bewegen en minder zout eten kan ook helpen, maar plastabletten werken het beste. Ik zal ze voor u bestellen bij de apotheek.

5. Je gaat langs bij mevrouw Yildiz, ze lijdt aan dementie. Haar dochter Layla is er ook. Ze zorgt voor haar moeder. Je wil graag met Layla een besluit nemen over dagbehandeling voor mevrouw Yildiz.

A. Is het een idee dat uw moeder de dagbehandeling eerst uitprobeert? Het is belangrijk dat er iemand met haar meegaat. Als het niet bevalt, kunt u er altijd op terugkomen. Zullen we als jullie twee keer zijn geweest verder praten?

B. Als u verwacht dat de dagbehandeling voor uw moeder niet gaat werken, dan moeten we dat niet doen. Er zijn mogelijkheden voor multiculturele dagopvang, ik geef u een boekje mee.

C. Oké, we spreken af dat uw moeder vanaf volgende week naar de dagbehandeling gaat.

Antwoorden

A. Je kijkt het dossier snel door. Je neemt je voor om thuiszorg aan te raden.

B. Je ziet in het dossier dat mevrouw eerder bij poh-ggz onder behandeling was. Je neemt je voor om ook even  te informeren naar haar gemoedstoestand.

C. Je kijkt in het dossier naar haar ziekte geschiedenis en naar wat er nu speelt. Zou er meer aan de hand zijn? Je wilt eerst horen hoe het nu met haar is.

Goed(e) antwoord(en): B en C

Reactie op antwoorden:

A. Begin het gesprek altijd met een open vraag en neem de tijd. Als je geen tijd hebt, gaat samen beslissen niet goed lukken.

B. Door de ziektegeschiedenis mee te nemen in het gesprek, kun je inspelen op de situatie van de patiënt.

C. De tijd nemen voor je cliënt, geef meer vertrouwen: één van de voorwaarden voor samen beslissen.

A. Hoe voelt u zich? Maakt u zich zorgen? Als u me wat meer vertelt over uw situatie, dan kunnen we de behandeling daarop aanpassen.

B. Vindt u het prettig als iemand met u meedenkt over de keuzes voor behandeling? Wie zou u de volgende keer willen meenemen?

C. Ik kan me voorstellen dat u niet blij wordt van de diagnose, maar we gaan niet bij de pakken neerzitten hè?

Goed(e) antwoord(en): A en B

Reactie op antwoorden:

A. Ouderen geven aan dat het hen helpt als ze expliciet uitgenodigd worden om samen te beslissen.

B. In deze stap bespreek je wie je partner is (of partners zijn) in het besluitvormingsproces.

C. Negeer de gemoedstoestand van je cliënt niet, maar ga er juist op in.

A. U heeft een punt, exacerbaties kunnen veroorzaakt worden door een virale luchtweginfectie. Er zijn diverse opties om de kans op exacerbaties te reduceren. Wilt u daar eerst op reflecteren?

B. Wat zijn uw ervaringen met uw COPD- klachten en de griep? Wat is voor u belangrijk voor de komende winter?

C. Als ik u zo hoor dan zou ik de griepprik nemen. U kunt natuurlijk ook uit de buurt blijven van uw medebewoners en extra vitaminepillen slikken. Wat denkt u zelf?

Goed(e) antwoord(en): B

Reactie op antwoorden:

A. Stem je woordkeus en informatie af op de persoon, zodat je cliënt begrijpt wat je bedoelt en kan meedenken over de keuzes.

B. Bespreek met de cliënt wat voor hem nu het belangrijkste is.

C. Probeer niet voor de cliënt in te vullen wat goed is voor hem of haar.

A. U kunt plastabletten innemen, zodat het vocht in uw voeten minder wordt. Dan heeft u wel kans op uitdroging, daarom is het belangrijk dat u genoeg drinkt. In plaats van de tabletten kunt u ook groene thee  drinken. Is het duidelijk wat u kunt doen?

B. U heeft last van oedeem. Daarvoor kunt u een vochtafdrijvend middel innemen, waarbij u wel moet oppassen voor hydratatie. Via voeding kunt u ook aan  uw vochtbalans werken. Bijvoorbeeld door zoutarm te eten en veel water en groene thee te drinken.

C. U kunt plastabletten innemen, zodat u minder vocht vasthoudt. Meer bewegen en minder zout eten kan ook helpen, maar plastabletten werken het beste. Ik zal ze voor u bestellen bij de apotheek.

Goed(e) antwoord(en): A

Reactie op antwoorden:

A. Stem de informatie af op degene die voor je zit en vraag of je cliënt het begrepen heeft.

B. Gebruik geen ingewikkelde termen. Neem de tijd om uit te leggen welke opties de cliënt heeft.

C. Neem de tijd om de voor- en nadelen van alle opties te bespreken en laat de cliënt zelf beslissen.

A. Is het een idee dat uw moeder de dagbehandeling eerst uitprobeert? Het is belangrijk dat er iemand met haar meegaat. Als het niet bevalt, kunt u er altijd op terugkomen. Zullen we als jullie twee keer zijn geweest verder praten?

B. Als u verwacht dat de dagbehandeling voor uw moeder niet gaat werken, dan moeten we dat niet doen. Er zijn mogelijkheden voor multiculturele dagopvang, ik geef u een boekje mee.

C. Oké, we spreken af dat uw moeder vanaf volgende week naar de dagbehandeling gaat.

Goed(e) antwoord(en): A en B

Reactie op antwoorden:

A. Geef aan dat de cliënt en zijn familie altijd terug kunnen komen op het besluit.

B. Goed om de mantelzorger te betrekken bij het besluit, die kent jouw cliënt het beste.

C. Doe niet alsof er ruimte is voor samen beslissen, als er niets te kiezen valt.

Word lid en praat mee!

Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.

Ontwerp Zonder Titel (15)