Zo signaleer je gezondheidsrisico’s tijdens ADL-zorg

  • 22 december 2022
  • Nieuwsbericht
  • Richtlijnen en protocollen
  • V&VN Algemeen
Wijkverpleegkundige in gesprek met patiënt

Of je nu werkt in de wijkverpleging, het ziekenhuis, revalidatiecentrum, verpleeghuis of de verstandelijk gehandicaptenzorg, ondersteuning bij Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) is onmisbaar voor de meeste cliënten, patiënten en bewoners. Als verzorgende of verpleegkundige kun je een belangrijke rol spelen in het vergroten van de ADL-zelfstandigheid, en daarmee bijdragen aan kwaliteit van leven. Tijdens ADL-zorg zul je bovendien vaak als eerste gezondheidsrisico’s en -problemen signaleren. Hoe je vervolgens het beste kunt handelen, lees je – onder meer – in de nieuwe Richtlijn Zorg bij Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL).

Mensen krijgen ADL-zorg doordat ze bepaalde dagelijkse handelingen zelf niet meer kunnen en dus hulp nodig hebben van een verzorgende of verpleegkundige. Toch is het belangrijk dat cliënten en patiënten zoveel mogelijk zelf blijven doen. Want al wordt zelfstandig handelen bemoeilijkt door ziekte, handicap of ouderdom, hoe afhankelijker iemand wordt van ADL-zorg, hoe groter de kans op gevoelens van eenzaamheid en op ziekenhuisopname, blijkt uit onderzoek. Er is zelfs meer risico op sterfte. Kun je de cliënt, patiënt of verpleeghuisbewoner ertoe brengen meer zelf te doen en helpen het comfort te vergroten, dan zal die uiteindelijk meer kwaliteit van leven ervaren. “Mensen kunnen zelf vaak meer dan ze denken, ook al kost dat moeite of hebben ze hulpmiddelen nodig. Iemand die bijvoorbeeld zelf het haar niet meer kan kammen, slaagt daar vaak wel in met behulp van een kam met lange steel”, zegt Jolanda Kragt (54), verzorgende IG in de wijk.

De Richtlijn Zorg bij Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen biedt verpleegkundigen en verzorgenden handvatten bij het kiezen en onderbouwen van ADL-zorgopties. In de Richtlijn komen in totaal vijf uitgangsvragen met aanbevelingen aan bod. Eén daarvan is: hoe vergroot je in de zorg bij ADL effectief de ADL-zelfstandigheid en het comfort van de zorgvrager? Verzorgende Jolanda, die betrokken was bij de totstandkoming van de Richtlijn: “Ook al was ik elke dag opnieuw dezelfde mevrouw, dan is het elke dag belangrijk om te kijken: hoe reageert zij? Wat kan ze nog zelf? Hoe is haar huid, hoe zijn haar bewegingen? Heeft ze pijn? Wordt dat erger? Gaat het beter als ik iets op een andere manier doe? Is het beter als ik andere hulpmiddelen inzet? Dat doe ik dan in overleg met de cliënt.”

Risicosignalering

Een andere uitgangsvraag in de Richtlijn is hoe de ADL-zorg kan worden ingezet voor het signaleren van gezondheidsrisico’s en -problemen. Omdat je als verzorgende of verpleegkundige de cliënt, patiënt of verpleeghuisbewoner vaak voor een langere periode regelmatig ziet, zullen gezondheidsrisico’s en -problemen jou vaak als eerste opvallen. Vier aanbevelingen uit de Richtlijn die je dan kunt overwegen zijn:

1. Volg bij risicosignalering in de ADL-zorg de stappen van methodisch werken.

Valt je een verandering op of constateer je mogelijke gezondheidsrisico’s? Praat erover met de zorgvrager. Stel – met toestemming van je cliënt of patiënt – de directe sociale omgeving en je collega’s op de hoogte en onderneem passende acties. Evalueer die acties in overleg met de cliënt en andere betrokkenen.

Jolanda: “We moeten echt leren meer te vragen aan de cliënt of patiënt. Als de zorgvrager niet voldoende wordt betrokken bij ADL-zorg, kan dat leiden tot opstandigheid. Een cliënt of patiënt kan ook passief worden, een gevoel krijgen van: ik ben het niet waard. Ik denk dat het psychisch iets doet met mensen als je maar doet zonder erbij stil te staan waarom je iets doet.”

2. Verken mogelijke risico’s en/of veranderingen op het gebied van gezondheid en welzijn tijdens de ADL-zorg en stel deze vast.

Gebruik in elk ADL-zorg- of contactmoment je zintuigen (zien, ruiken, horen, voelen) om bij de zorgvrager veranderingen en/of mogelijke risico’s waar te nemen. Vertel hem of haar wat je is opgevallen en stel vragen om meer te weten te komen. Klopt het wat je hebt geroken, gehoord of hebt gezien? Vraag je collega’s, de huisarts, fysiotherapeut, ergotherapeut of andere betrokken zorgverleners of zij hetzelfde hebben waargenomen. Leg je observaties vast in het zorgplan.

Jolanda: “Soms ruikt het opeens anders als je iemand naar het toilet brengt. Of een mevrouw zegt: ik moest toch zo vaak naar de wc vannacht! Dan ben ik alert op een blaasontsteking. Ik vraag of ze zich ook ziek voelt, pijn heeft. Naar gelang eventuele koorts en pijn ga ik direct handelen: ik vang urine op en laat die via de huisarts controleren. En ik rapporteer voor mijn collega’s, zodat die later aan mevrouw kunnen vragen: heeft u nog klachten? Heeft u al een uitslag van de urinecontrole? Het mooiste is als er een actief zorgplan komt: mevrouw heeft een blaasontsteking, wees daar en daar alert op. En dat je de rapportage afsluit als de blaasontsteking over is.”

3. Betrek de zorgvrager en/of mantelzorger bij het beslissen over passende vervolgacties en stem deze af met het betrokken (interprofessionele) team.

Bespreek met de zorgvrager welke acties nodig zijn om risico’s te voorkomen en/of te signaleren. Kies voor acties die passen bij jouw eigen rol en professionele expertise. Schakel in overleg met de zorgvrager aanvullende deskundigheid in of verwijs door voor een opvolging van de gesignaleerde risico’s. Leg in het zorgplan vast wanneer je deze acties samen met je cliënt/patiënt en de betrokken zorgverleners evalueert.

4. Evalueer samen met de zorgvrager of de uitgevoerde acties hebben bijgedragen aan het verminderen van risico’s.

Raadpleeg voor de evaluatie het zorgplan en de hierin beschreven acties. Besteed in een gesprek met de zorgvrager ook aandacht aan het proces van de zorgverlening en mogelijke samenwerking met andere betrokkenen. Vraag hoe de cliënt zijn eigen inspraak in dit proces ervaart, of er nieuwe behoeften zijn ontstaan en of vervolgacties nodig zijn. Evalueer met collega’s of en hoe de acties hebben bijgedragen aan het verminderen van de risico’s. Rapporteer de uitkomsten van het evaluatiegesprek in het zorgplan en breng andere zorgverleners (indien nodig) op de hoogte.

De Richtlijn Zorg bij Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) is in samenwerking met V&VN en met financiering van ZonMw ontwikkeld door Maastricht University.

Ga naar de Richtlijn Zorg bij Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL).

Word lid en praat mee!

Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.

Ontwerp Zonder Titel (15)