Anna heeft huidhonger

  • 16 mei 2019
  • Blog/Vlog
  • GGZ Verpleegkunde
Patiënt_intimiteit

"Jij doet niet aan knuffels, hè?", Anna floept het eruit voor ze er erg in heeft. Ze lijkt zelfs wat geschrokken van haar ogenschijnlijk luchtige opmerking. Eigenlijk schuilt hierachter namelijk een hele grote vraag. "Nee", is mijn eerlijke antwoord, maar wat klinken die drie letters ineens kil. Mijn patiënten knuffelen zou ik niet gepast vinden. De grens tussen prettig en grensoverschrijdend fysiek contact is snel overschreden en niet goed in te schatten voor de ander. Veel te kwetsbaar. Bovendien zie ik dit mijzelf als professional gewoonweg niet doen.

Ik krijg de vraag om een knuffel bijna nooit zo direct als Anna deze stelde, maar weet wel dat het bij veel van mijn patiënten speelt: het gemis van aanraking. Kun jij je een leven voorstellen waarin er nooit iemand is die je omhelst, je hand spontaan vastpakt of je zachtjes over je schouders aait? Nóóit aangeraakt worden, het lijkt me ontzettend rot. Toch is het de dagelijkse realiteit voor Anna. Ook van Martin, Heleen en Bob weet ik dat zij dit probleem maar al te goed kennen. Het feit dat zij nimmer geknuffeld worden versterkt hun diepe gevoelens van eenzaamheid.

‘Nóóit aangeraakt worden, het lijkt me ontzettend rot’

Er is zelfs een officiële term voor dit schrijnende gemis, lees ik op internet: huidhonger. Een krachtig woord dat exact weergeeft wat veel van mijn patiënten ervaren. Toch is huidhonger naar mijn idee een onderbelicht onderwerp binnen de psychiatrie. Toegegeven: het kan als hulpverlener best lastig zijn om te praten over iets waarvoor je niet direct een oplossing hebt. Het roept bij mijzelf een wat onbeholpen, maar ook heel machteloos gevoel op. Want wat kan ik écht doen om te helpen?

Slechts één keer sprak ik een patiënt die specifiek met deze hulpvraag bij mij kwam. Hij wilde geknuffeld worden, maar kende niemand die hem wilde vasthouden, die beide armen om hem heen kon leggen en hem stevig tegen zich aan zou drukken. Hij had namelijk nauwelijks sociale contacten. Ik vond hem dapper en samen onderzochten we de mogelijkheden. Die bleken net zo schraal als zijn netwerk. Op massage, (zorg)sekswerkers, toch weer proberen nieuwe vriendschappen of relaties aan te gaan en enkele andere halfbakken oplossingen na was er feitelijk niets te vinden. Het sloot niet aan bij wat hij zocht. Na een paar gesprekken heb ik deze man niet meer teruggezien. Ik kon hem niet helpen.

Anna zie ik wel terug, daar heb ik vertrouwen in. Ondanks het feit dat ik haar niet knuffel. Er zijn namelijk genoeg andere dingen waarin ik haar wél kan bijstaan. Toch neem ik me plechtig voor de volgende keer dat ik een afspraak met haar heb haar huidhonger uitgebreider te bespreken, zodat ze het tenminste weet dat ik dit grote gemis zie, erken en serieus neem.

Mijn handdruk bij ons afscheid vandaag is extra stevig.

Krissie Aerts (1982) is een gedreven verpleegkundig specialist ggz. Na jarenlang in de specialistische zorg te hebben gewerkt, is ze inmiddels met veel plezier werkzaam binnen de huisartsenzorg. Hier behandelt ze met name patiënten die kampen met ernstige psychiatrische aandoeningen.

Vanaf begin 2020 kun je reageren op berichten via het nieuwe verenigingsplatform van V&VN. Wil je nu al een reactie kwijt? Praat mee op social media.

Word lid en praat mee!

Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.

Ontwerp Zonder Titel (15)