Wat houdt maaltijdondersteuning in de thuissituatie in?

Onze gezondheid versterken, behouden en herstellen is onlosmakelijk verbonden met eten en drinken. Als iemand door wat voor psychische of lichamelijke oorzaak dan ook beperkt wordt in het zelfstandig voor eten of drinken zorgen, is er snel sprake van een gezondheidsrisico of gezondheidsbedreiging.

Uitgangspunt in de wijkverpleging is dat de interventies, die de zorgprofessional in samenspraak met de zorgvrager inzet, bijdragen aan behoud of herstel van de gezondheid (of aan ‘gecontroleerde achteruitgang’ in een terminale situatie). Om dat te bereiken, is het van belang dat de zorgvrager de zorg en ondersteuning krijgt die nodig is. 

Hoe zit het met wet- en regelgeving?
Bij het inzetten van maaltijdondersteuning spelen alle zorgproblemen, ondersteuningsbehoeften en het cliëntsysteem (de context; de woon- en leefomgeving) mee. Zo bepaal je vanuit welk wettelijk kader deze ondersteuning georganiseerd (en gefinancierd) dient te worden. Er zijn drie wettelijke kaders, namelijk:

  • De Wet maatschappelijke Ondersteuning (Wmo 2015). Uitvoerder: de gemeente.
  • De Zorgverzekeringswet (Zvw). Uitvoerder: de zorgverzekeraar (ZV).
  • De Wet langdurige zorg (Wlz). Uitvoerder: het zorgkantoor.
    In de factsheet vind je meer informatie hierover.

Wanneer is maaltijdondersteuning Wmo of Zvw?
De vraag onder welk wettelijk kader de maaltijdondersteuning in de thuissituatie valt, kan niet worden beantwoord zonder de zorgvrager eerst helemaal in beeld te krijgen. Van belang is dat de wijkverpleegkundige de reden weet waaróm de zorgvrager de maaltijdvoorziening niet zelf kan organiseren en uitvoeren. Nagegaan moet worden of er sprake is van geneeskundige zorg (zie begrip twee in Begrippenkader Indicatieproces). De wijkverpleegkundige onderzoekt dit aan de hand van de anamnese (stap één van het verpleegkundig proces) om te kunnen beoordelen of er sprake is van ‘zorg zoals verpleegkundigen die plegen te bieden’. 

Hoe stelt de wijkverpleegkundige dit vast?
Pas als alle gegevens verzameld zijn, is het mogelijk het gewenste resultaat te bepalen en te concluderen wat er nodig is als passende interventie (stappen twee tot en met vier van het verpleegkundig proces). De wijkverpleegkundige stelt vervolgens vast wie de interventie(s) kan uitvoeren en onderbouwt dit. Hij/zij bepaalt wat passende zorg is gegeven de situatie van de zorgvrager. 

Wat als het niet direct duidelijk is onder welk wettelijk kader het valt?
In eerste instantie zal de wijkverpleegkundige (team wijkverpleging) de zorgvrager ondersteunen bij de maaltijdzorg en zo snel mogelijk verder onderzoek doen om meer gegevens te verzamelen en de context in kaart te brengen. Dat onderzoek is eveneens ‘zorg zoals verpleegkundigen die plegen te bieden’ en daarmee Zvw. Op basis van het onderzoek stelt de wijkverpleegkundige vast wat passende zorg is.

Hoe zit het bij pgb en Wlz?
Indien er sprake is van een Wlz-indicatie in de thuissituatie is maaltijdondersteuning onderdeel van een ‘volledig pakket thuis’ (VPT). Bij een ‘modulair pakket thuis’ (MPT) en pgb is dit afhankelijk van de situatie en de keuzes die gemaakt worden. Veelal heeft de zorgaanbieder een overeenkomst met de gemeente om zorg te dragen voor de maaltijdlevering/bezorging bij een Wlz-indicatie in de thuissituatie. 

Welke vragen helpen?
  • Waarom is aansporen nodig? Heeft de zorgvrager geen zin in eten? Of vergeet hij te eten doordat hij de etensprikkel niet meer goed kan vertalen?
  • Is er sprake van verdriet en gemis van iemand bij het eten?
  • Is er sprake van geen zin in eten omdat er niet meer wordt gekookt en de zintuigen minder geprikkeld worden?
  • Weet iemand niet meer hoe hij aan eten komt of moet eten?
  • Is het niet meer eten onderdeel van meerdere problemen met dezelfde oorzaak? Is bijvoorbeeld cognitie een probleem en is de dagstructuur zoek, waarin eten een plaats had, net als opstaan en aankleden, hond uitlaten, boodschappen doen, etc.

Word lid en praat mee!

Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.

Ontwerp Zonder Titel (15)