Iedereen ouder: 'Met hiv verouder je sneller'

  • 11 januari 2023
  • V&VN magazine
  • V&VN Algemeen
V&VN Magazine 4 2022 Nienke Langebeek
Foto © Roos Koole

Ook in de ggz, in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, en die voor hiv-patiënten zien we dat mensen steeds ouder worden. Drie zorgprofessionals die werken met deze specifieke patiëntgroepen vertellen waarom dat hun beroep extra boeiend maakt. Dit keer: Nienke Langebeek (65). Zij was 36 jaar verpleegkundig specialist en hiv-consulent. Dit jaar ging ze met prepensioen.

“Op hiv rust helaas nog steeds een taboe. Mensen komen niet gauw voor hun hiv­infec­tie uit, zeker ouderen niet. Er is bij het grote publiek nog zo veel onbekend over hiv en dat geldt ook voor de zorg.

Door de jaren is het werk sterk veranderd. Vroeger gingen patiën­ten vrij snel dood, dat is niet meer zo. Maar doordat hiv­-patiënten steeds ouder worden, ontwikkelen ze vaker ouderdomsziekten én krijgen ze dus ook met steeds meer specialis­men te maken.

Die ouderdomskwalen krijgen deze mensen eerder dan de gemiddelde Nederlander. Als ze hun medicatie goed inne­men, hebben hiv­-patiënten niet veel last van het virus. Maar de patiënten kunnen wel aan­doeningen krijgen als diabetes, of ze ontwik­kelen een hoge bloeddruk of een te hoog cholesterol. Dat is vervelend: hebben ze hiv onderdrukt, moeten ze andere pillen slikken.”

We moeten meer optrekken met andere specialismen

Opeens sleutels kwijt

“Omgaan met dit soort veranderingen doe je onder andere door te praten met patiënten en te kijken naar hoe ze zich staande houden. Je bouwt een antenne op als je langer nauw met elkaar samenwerkt. Zo had ik een patiënt met wie ik al jaren werkte en opeens belde hij me op omdat hij z’n sleutels kwijt was. Dat vond ik opval­lend, daarom stuurde ik hem voor de zekerheid naar een geriater.

Het bleek inderdaad begin­nende dementie. Dat komt vaker voor bij ouder wordende hiv-patiënten. Niet alle medisch specialisten en verpleeghuizen zijn daarop voor­bereid en daarom hamer ik zo op het belang van samenwerken.

We moeten meer optrekken met andere specialismen. Zo heb ik via een geriater een patiënt naar de geheugenpoli kunnen stu­ren. Daar kijk je: gaat het minder goed met de patiënt, dan weet je dat er moet worden inge­grepen.

Dit soort ontwikkelingen maken het zo’n leuk beroep: het blijft constant in ontwikkeling. In mijn werkzame leven heb ik altijd op genezing gehoopt, mijn wens voor nu is dat het tijdens mijn pensioen nog gebeurt.”

Bron: V&VN Magazine 4-2022 | Tekst: Cintha Rood | Foto: Roos Koole

Word lid en praat mee!

Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.

Ontwerp Zonder Titel (15)

Gerelateerd