‘Ik dacht, dit kan een verpleegkundige ook’

  • 11 juli 2022
  • V&VN magazine
  • Maag Darm Lever
V&VN Magazine 2-2022 Jij maakt het verschil Wilma Kok
Foto © Frank Ruiter

Wilma Kok­-Kuipers (56), de eerste verpleegkundig endoscopist van Nederland, is een pionier, grensverlegger, medisch 'ontwikkelingswerker' en - sinds een paar maanden - ridder in de Orde van Oranje-­Nassau. "Weet je wat mij ontroert? Dat een verpleegkundige óók ridder kan zijn. Dat ons werk gewaardeerd wordt. Mooi toch?"

Endoscopie – het is en blijft een merkwaardig vak. Ze knikt. “Vroeger had ik een enorme hekel aan de tandarts. Als ik een tandartsassistente zag, dacht ik: wat bezielt jou om de hele dag naast die open monden te zitten? Dat doe je toch niet? Nu doe ik het zelf, maar dan bij de kont. Ik ben zo’n beetje de tandartsassistente van de maag­, darm­ en leverafdeling.

Ik breng de scoop in tot aan het coecum, het laatste punt van de dikke darm. Terwijl ik de scoop langzaam terugtrek om daadwerke­lijk de darm te gaan onderzoeken, ontwaken patiënten vaak een beetje uit hun roesje. 'Doe jij dit de hele dag?' vragen ze dan, met een ondertoon van ongeloof. Maar dan blijken ze zelf de hele dag achter een beeldscherm te zitten. Nee, dát is leuk. Laat mij dan maar lekker rommelen hier.”

Wachten op de arts

Wilma Kok-­Kuipers is gepassioneerd voor haar vak, laat dat helder zijn. Al meer dan dertig jaar. Ze is verbonden aan de Noordwest Ziekenhuisgroep, met als voornaamste locaties Den Helder, Schagen en Alkmaar. Aanvankelijk mocht ze als verpleegkundige geen endoscopieën uitvoeren, dat was voorbehouden aan een specialist. Dan moest ze wachten.

“Soms hadden we een nieuwe, jonge chirurg. Die moest met z’n twee linkerhanden zelf maar uitdokteren hoe hij dat darmonderzoek ging doen. Ik wil niet oneerbiedig zijn, maar ik heb veel beginnend artsen zien klooien. Ik dacht: dit kan ik dus óók. Op een dag zat ik weer te wachten op de dokter. 'We kunnen beginnen! Anders doe ik het, hoor!' Grapje, maar je weet: in elk geintje zit een seintje. Die arts zei: 'Dat is eigenlijk wel goed, Wilma. Begin maar'.

De patiënt, een wat oudere man, vond het ook prima. Nou, en het lukte allemaal! Ik had toen de bevestiging dat een endoscopie voor een verpleegkundige heel goed te doen is. We praten nu over 1997. Die arts was Jan Sindram. ‘Wilma,’ zei hij, ‘dit is de toekomst. Straks nemen verpleegkundigen allerlei taken over van specialisten. Let maar op’.”

Ik wil niet oneerbiedig zijn, maar ik heb veel beginnend artsen zien klooien. Ik dacht: dit kan ik dus óók.

Opleiding voor endoscopie

Met enkele collega’s maakte ze zich toentertijd sterk voor een speciale opleiding voor endoscopie in Nederland. “Dat was nog een hele klus. Want ja, wie is verant­woordelijk als het misgaat? In 2012 was de landelijke opleiding tot verpleegkundig endoscopist eindelijk een feit: verpleegkundigen mochten onder supervisie van een arts een endoscopie uitvoeren. Dat was ook nodig, zeker toen er een bevolkingsonderzoek naar darmkanker kwam. Met de verwachte toename van onderzoeken zou je een enorm capaciteitstekort hebben gehad. Ook daarna, met allerlei controles en poliepsurveillances.

Er zijn nu tachtig verpleegkundig endoscopisten die met elkaar in het afgelopen jaar ongeveer 60.000 onder­zoeken hebben uitgevoerd. Voor het dagelijkse werk van MDL-­artsen betekent dat een enorme... eh... ontlasting.”

Het is pittig om een slecht­nieuwsgesprek te voeren – je gooit het hele hebben en houwen van een patiënt ondersteboven.

Schrikt ze weleens van wat ze tegenkomt in een darm? “Ja. Jawel. Soms kom je bij een controle na een operatie toch weer een tumor tegen. Het is pittig om een slecht­nieuwsgesprek te voeren – je gooit het hele hebben en houwen van een patiënt ondersteboven. Zeker bij jonge mensen vind ik dat confronterend, en bij ernstige darmziektes vind ik elke patiënt van onder de vijftig eigenlijk al jong. Gisteren had ik een meisje van 24 met klachten van gewichtsverlies en diarree. Ik vond zweertjes in haar dikke en dunne darm, witte plakjes die makkelijk bloeden. Ze had de ziekte van Crohn. Zo, dame. Poeh. Heftig.

Ik kan het aan, hoor. Dat is het niet. Als persoon ben ik ook vrij positief ingesteld. Ik denk in oplossingen, niet in problemen. Als ik écht iets wil, ben ik ook heel vasthou­dend en doorzetterig. Ik ben wel grensverleggend – jaaa. Ik loop al snel voorop. Kom maar door! In die zin ben ik een pionier, altijd weer nieuwsgierig naar wat er nog méér mogelijk is. Dat brengt me ook op plekken.”

Naar Suriname

In 2017 besloot ze letterlijk over grenzen te gaan: via stichting SanDiZorg leerde ze Surinaamse verpleeg­kundigen van het Sint Vincentius Ziekenhuis in Paramaribo te assisteren bij een endoscopie. “Dat was een initiatief van Sandro Dissels, een Surinaamse internist met een Nederlandse opleiding. Ik kon zelf scopieën doen én ik kon mensen opleiden. Mijn man vond het ook een prachtig idee. Dus: dat was vlot geregeld. In de zomer van 2017 heb ik daar een paar weken lang de boel afgestoft. Wat kunnen jullie? Wat hebben jullie? Welke scopen doen het nog?

Als ‘mevrouw Wilma’ heb ik het hele team de kneepjes van het vak proberen bij te brengen. Later zijn er verschillende collega’s na mij gegaan – ik ben zelf in totaal drie keer in Suriname geweest. Ik moest wel wennen. Omdat ik de strikte regels van Nederland gewend ben. Wij zijn heel opschrijverig, hè. Elke bloeddrukmeting, elk onderzoekje, elke verstrekte pil noteren we.

Ik vind dat persoonlijk heel Amerikaans: op elk moment moet je je kunnen verantwoorden wat je hebt gedaan. In Suriname doen ze het anders. Een patiënt werd naar de uitslaapkamer gereden, en ik gaf een formuliertje mee. Dat verdween daar gewoon in de prullenbak! Dat was toch niet nodig? Ik weet niet of het altijd medisch verantwoord was, maar we weten allemaal: geen hond die ooit nog op dat papiertje kijkt! Dus ja, verfrissend vond ik het wel, haha!”

Ik weet niet of het altijd medisch verantwoord was, maar we weten allemaal: geen hond die ooit nog op dat papiertje kijkt!

Uiteindelijk is het project ten onder gegaan aan ruzie en geldproblemen. Ze zucht diep. “Heel jammer. En Sandro werkt intussen ook ergens anders. Als je structureel verschil wilt maken, zul je daar moeten blijven. Dat was voor mij geen optie.”

Van nationaal belang

Inmiddels is ze ridder in de Orde van Oranje-­Nassau. Moeten wij nu ‘u’ zeggen? “Ja, en buigen.” Ze schatert. “Ik vind het mooi, maar ook ongemakkelijk. Ligt aan mij, hoor. Joh, waarom ik? Het Surinaamse verhaal was daar belangrijk in. En: dat ik de eerste verpleegkundig endoscopist ben. Door dat ‘grensverleggende werk’ was ik van ‘nationaal belang’. Anders was ik lid in de Orde van Oranje­-Nassau geweest, nu kon ik ridder worden.

Ik doe ook vrij veel in mijn dorp – Wieringerwerf. Ik ben actief bij de kerk, ik heb musicals geschreven en geregisseerd, onder andere voor de school van mijn kinderen, via Europa Kinderhulp ontvingen we thuis een aantal zomers kinderen uit achtergestelde gezinnen om hier een leuke vakantie te hebben. Weet je wat mij vooral treft? En ontroert? Dat een verpleegkundige óók ridder kan zijn. Dat ons werk gewaardeerd wordt. Mooi toch?

“O ja, ik ben ook nog BABS! Dat vergeet ik bijna. Ook de liefde is vertegenwoordigd in dat ridderverhaal – dat zal ook geholpen hebben. Als Buitengewoon Ambtenaar Burgelijke Stand mag ik mensen in de echt verbinden. Wat is hierop uw antwoord? Blij en gelukkig zeggen ze ja. Voor een darmonderzoek zeggen ze liever nee. Wat dat betreft is de BABS-­rol een mooie tegenhanger van mijn vak als verpleegkundig endoscopist. Tijdens zo’n bruiloft zien mensen mij wél graag – zo kom ik een beetje in het midden uit.”

Bron: V&VN Magazine 2-2022 | Tekst: Pieter Webeling | Foto: Frank Ruiter

Word lid en praat mee!

Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.

Ontwerp Zonder Titel (15)