Mooie marketing voor en door de wijkverpleegkundige

  • 15 februari 2024
  • Nieuwsbericht
  • V&VN Algemeen
Wijk FNI Artikel
Wijkverpleegkundige op huisbezoek (circa 1970) Fotograaf: Jan Stöpetie. Bron: FNI

Wie als buitenstaander denkt aan de wijkverpleging, denkt aan stoere, zelfstandige wijkverpleegkundigen die dag in dag uit en in alle weersomstandigheden patiënten thuis bezoeken. Oftewel: de ‘kranige zuster op de fiets’. De onlinetentoonstelling ‘De wijkverpleegkundige: van alle markten thuis!’ laat een veel breder beeld zien. Niet alleen is het beroep heel divers, wijkverpleegkundigen moeten zichzelf en hun werk blijvend onder de aandacht brengen, van 1875 tot nu.

“De wijkverpleging was begin twintigste eeuw al behoorlijk in opkomst en dat het werk van de wijkverpleegkundige belangrijk was, werd massaal ingezien. Maar de wijkverpleegkunde en het kruiswerk stonden nog in de kinderschoenen en moesten het hebben van donaties en lidmaatschappen om de wijkverpleegkundigen te kunnen betalen”, vertelt historicus Mia Vrijens. Zij maakte samen met conservator Hugo Schalkwijk de onlinetentoonstelling ‘De wijkverpleegkundige: van alle markten thuis!’, vanaf deze maand te bekijken op de website van het onlinemuseum Florence Nightingale Instituut (FNI).

Wat deze tentoonstelling bijzonder maakt, is dat die juist níet de traditionele voorwerpen laat zien die je kunt koppelen aan taken van wijkverpleegkundigen door de jaren heen: op het consultatiebureau, in het uitleenmagazijn van medische hulpmiddelen, en tijdens huisbezoeken.

Mia: “We laten vooral objecten zien die iets vertellen over de manier waarop wijkverpleegkundigen zichzelf vanaf 1875 zichtbaar maakten, en zo bijvoorbeeld geld ophaalden om betaald hun werk te kunnen doen.” De middelen die ze gebruikten, waren onder meer een ‘propagandaplaat’ (reclameposter), liederen over de wijkverpleging, en jubileumtentoonstellingen waar actief nieuwe leden werden geworven.

Professionele promotie

Rond 1900 was de financiering van de wijkverpleging nog niet wettelijk geregeld en daarom waren particuliere kruisverenigingen als het Groene Kruis (neutraal), het Wit-Gele Kruis (katholiek) en het Oranje-Groene Kruis (protestants) financieel volledig afhankelijk van lidmaatschappen, donaties en andere vormen van financiering.

Mia: “Zo was er in 1903 een grote fancy fair in Rotterdam. Deze liefdadigheidsbazaar was opgezet door de lokale Vereeniging voor Wijkverpleging, waarin vooral mensen uit de gegoede burgerij zaten. Het doel van de fancy fair, met als thema Japan, was zoveel mogelijk geld ophalen. Hiermee konden meer wijkverpleegkundigen worden ingehuurd om op huisbezoek te gaan. Want de wijkverpleging in Rotterdam kampte met grote tekorten en een groeiende zorgvraag.”

Fancyfairrotterdam NL Rtsa 4282 XXXIII 226 01 01 1
Kraam op de fancy fair in Rotterdam (1903) Fotograaf: L.J. van de Winkel/Stadsarchief Rotterdam

Een week lang konden bezoekers van de fancy fair allerlei spulletjes, maar ook jams en sandwiches kopen bij een van de vele kraampjes. Ook konden ze meedoen aan een loterij met liefst 1.600 prijzen. Daarnaast was er een randprogramma met culturele activiteiten, zoals een gedichtvoordracht en optredens van zangkoren en een militaire kapel. De organisatie haalde een gigantisch bedrag op: 38.300 gulden. Dat zou nu meer dan 500.000 euro waard zijn.

Mia: “Vooral de omvang en de professionaliteit van de fair verrasten me. Ik had verwacht dat rond 1900 met name kleine, een beetje kneuterige geldinzamelacties werden georganiseerd.” Volgens de historicus was de organisatie ook goed in het promoten van hun fancy fair: “Je vindt er in heel Nederland regionale krantenberichten over.”

Méér dan billen wassen

Door bezuinigingen, een hoge werkdruk en lage salarissen maakten de wijkverpleegkundigen zich in de jaren zeventig noodgedwongen opnieuw zichtbaar en lieten ze duidelijk van zich horen. Mia: “Een mooi voorbeeld is een werkdagboek uit die jaren. Volgens het comité dat het initiatief nam om deze dagboeken bij te houden, werden wijkverpleegkundigen onvoldoende serieus genomen. De werkdagboeken moesten aantonen dat ze méér deden dan billen wassen en baby’s wegen.” Ook was er in 1973 in Rotterdam een protestoptocht van wijkverpleegkundigen.

Meer dan ooit is de wijkverpleging onmisbaar nu mensen na een ziekenhuisopname sneller naar huis gaan en steeds langer thuis blijven wonen. Maar goed dat de wijkverpleegkundige van alle markten thuis is.

Word lid en praat mee!

Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.

Ontwerp Zonder Titel (15)