Column Stomaverpleegkundige: de dagelijkse praktijk

  • 28 april 2022
  • Nieuwsbericht
  • Stomaverpleegkundigen
Foto Claudia

Ontmoetingen

Toen ik gevraagd werd voor deze column ben ik gaan denken wat ik over ons vak wil vertellen. Het werk als stomaverpleegkundige heeft veel kanten en het is enorm afwisselend en veelzijdig. Als ik terugkijk hoe ik 15 jaar geleden begon, en wat ik nu allemaal heb mogen meemaken komt één ding steeds terug. Al die mooie ontmoetingen met heel veel verschillende mensen. Wij komen binnenwandelen op een kwetsbaar moment in het leven. Dan mag ik als stomaverpleegkundige een stukje meereizen. Als je daarvoor open staat ervaar ik dat een patiënt veel met je wil delen, je leert iemand kennen en gaat onderzoeken hoe iemand in het leven staat, juist in deze situatie. Wat heeft iemand nodig om het leven met een stoma weer op te pakken.

De ontmoetingen zijn mooi, bijzonder, soms moeilijk, soms kort, soms langdurig; het is moeilijk om te kiezen welke ik met jullie zal delen.

 

Verschil in begeleiding bij electieve operatie of spoedoperatie

In onze richtlijn staat keurig benoemd wat je als voorbereiding op een operatie doet, maar we zien dat er de laatste jaren steeds vaker een stoma wordt aangelegd in een spoedsituatie. Je kan iemand dan helemaal niet voorbereiden. Ook de eerste kennismaking met de patiënt is heel anders, op een fysiek en mentaal moeilijk moment voor de patiënt. Wij moeten dan nog meer onze zorg aanpassen aan hoe de patiënt reageert in de gegeven situatie.

Onlangs ontmoette ik zo mevrouw Boom, 71 jaar, op de derde dag na een spoedoperatie. Deze mw had een poliepectomie via een scopie gehad, maar 1,5 dag later had zij een abdominale sepsis. Bij onze eerste kennismaking op de intensive care heb ik natuurlijk de stoma geïnspecteerd maar haar vooral verteld wie ik ben en wat ze van een stomaverpleegkundige mag verwachten. De zevende dag kan ze naar de verpleegafdeling. Opnieuw ga ik naar haar toe. De stoma is op huidniveau maar vitaal. Mw. zelf is afwerend, moe, ze heeft pijn en wil nog niets van de stoma weten. Haar echtgenoot is wel geïnteresseerd en wil ook graag schriftelijk informatiemateriaal hebben. Daarna ga ik af en toe even langs en op de 12de dag lijkt mw. wat op te knappen. Ze wil nog steeds geen zelfzorg doen. Ik neem nu de tijd om bij haar te gaan zitten en met haar het gesprek aan te gaan. Ik wil haar graag wat beter leren kennen. Wie is ze, hoe woont ze, wat wil ze. Hierdoor kan ik mogelijk achterhalen welke coping strategie zij heeft en hoe ik haar het beste kan benaderen.

Ik heb mw. gevraagd hoe ze verder wil met de stomaverzorging: wil ze afhankelijk zijn van hulp of wil ze zich zelfstandig kunnen verzorgen? Ze zegt “ik wil het wel zelf doen, maar nu nog niet. Ik ben te moe”. Mw. Boom blijkt altijd heel zelfstandig te zijn geweest en wil dus ook niet hulpafhankelijk worden voor haar stomaverzorging. Ik ontdekte dat het bij haar werkt als ik haar steeds “taakjes en opdrachten” geef. Het helpt om haar, natuurlijk op de juiste toon, uit te dagen. Vrijdags spreek ik met haar af dat ze dat weekend zal douchen en mee gaat kijken bij de verzorging. Maandagmorgen vertelt ze dat ze het, met tegenzin, gedaan heeft. ‘s Morgens spreek ik met haar af dat ze ‘s middags in de stoel zal zitten en dan de stoma met mijn begeleiding kan verzorgen. Ook dit weer met tegenzin, maar mw. zet toch stapjes richting zelfzorg. Dit gaat weer met veel tranen, ze ziet allerlei beren op de weg. Haar echtgenoot helpt haar, hij is actief betrokken maar heeft ook veel emoties en vragen.

Ook bespreek ik met mw. dat er nu richting ontslag gewerkt wordt. Ik adviseer haar om na te denken wat ze na ontslag wil doen met betrekking tot het verzorgen van haar stoma, en geef haar de tip om zelf de regie te nemen. We stellen samen als doel dat ze zo veel mogelijk de stomazorg zelf gaat doen, deels met hulp van de echtgenoot. Hij ondersteunt haar maar neemt alleen over wat ze zelf niet kan. Na ontslag gaat ze voor revalidatie naar een verpleeghuis maar daar zal ze zoveel mogelijk doorgaan met oefenen. Fysiek valt het allemaal niet mee, ze is nog erg moe. En ook mentaal heeft ze nog best veel weerstand, maar zij kan gemotiveerd worden door te wijzen op de consequentie. Als ze niet zelf verzorgt, wordt ze hulpafhankelijk. Dit blijkt bij mw. de juiste trigger om met haar eigen verzorging aan de slag te gaan.

 

Perspectief bieden

Als ze donderdags met ontslag gaat naar het verpleeghuis vertel ik mw. wat ik vaker aan patiënten als perspectief  meegeef. “Over 3 maanden kunnen we samen terugkijken op deze periode, dan ben je weer in de kleren en loop je weer rond met een big smile”.

In het verpleeghuis bel ik haar na een paar dagen. Ze doet de verzorging zelf met hulp. Die weken ondersteun ik ook de verzorgenden in het verpleeghuis; ik beantwoord de vragen en beoordeel via beeld nog een keer de stoma.

Een maand later komt ze bij mij op de polikliniek. Ze is nog erg zwak, komt in de rolstoel, ze is dan net weer thuis. Ze vertelt: “ik snap niet dat ik het doe, maar ik doe de stoma wel zelf, maar ik vind het echt niks!!”. Opvallend is dat ze me wel kan vertellen hoe de stoma er uit ziet en ze vraagt ook om andere zakjes. Voor mij een teken dat ze ook in haar hoofd toch wel actief bezig is met haar stoma. Deze fase na de operatie is voor mw. fysiek en geestelijk nog erg zwaar, mede door het verblijf op de IC. Ze moet nog veel verwerken.

Nu ze thuis is, is het weer een nieuwe situatie dus ik informeer haar nogmaals over hoe ze ons kan bereiken bij vragen. In de weken daarna belt ze me inderdaad 2 keer voor kleine vragen. Het geeft vertrouwen dat ze weet dat er iemand is om op terug te vallen.

 

Na 3 maanden …

Als ze 6 weken na het vorige polibezoek bij mij en de chirurg op controle komt, zit ze aangekleed en opgemaakt in de wachtkamer. Ze straalt! Ze zegt dat mijn voorspelling inderdaad is uitgekomen. “Het was een pittige tijd, maar je had gelijk dat het nu veel beter gaat” zegt ze.

De “big smile” op haar gezicht toont mij dat ze een belangrijke stap heeft gemaakt. Het is nog steeds niet makkelijk maar ze heeft er nu weer vertrouwen in dat ze haar leven weer kan oppakken.

 

Dit was weer zo’n ontmoeting; dit motiveert me en maakt me blij dat wij deze mensen MOGEN begeleiden. Stap voor stap en met een lach en een traan heeft ze de stomaverzorging op zich genomen. Ik zie het als mijn taak om patiënten in deze fase het vertrouwen te geven dat het in de loop van de tijd weer goed komt. Bij spoedoperaties staat het lichamelijk herstel voorop maar daarna wil je de patiënt begeleiden om het normale leven weer op te kunnen pakken. Natuurlijk moet de patiënt zelf het “werk” doen, maar door de juiste snaar te treffen kunnen wij zorgen dat ze dit ook daadwerkelijk kunnen doen.

Claudia van Tienderen

Gespecialiseerd verpleegkundige stomazorg, colonzorg, fecale incontinentie, Spaarne Gasthuis

[Tekst: Jolanda Smelt]

Word lid en praat mee!

Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.

Ontwerp Zonder Titel (15)